Bastiaan van Nierop
Data-analyse is een geweldige methode om processen te verbeteren en zelfs om concurrenten te slim af te zijn. Denk aan de UPS die efficiënter werkt door bezorgtrucks bijna alleen maar bochten naar rechts te laten maken, of voormalig president Obama die big data gebuikte om de Amerikaanse verkiezingen te winnen. En in het beroemde Moneyball-verhaal leverde data-analyse een goedkoop, maar zeer succesvol honkbalteam op.
Tijdens mijn studie bedrijfskunde raakte ik gefascineerd door deze resultaten die je met data-analyse kunt bereiken. Nu ik de laatste jaren als Business Intelligence (BI-) consultant in de praktijk aan het werk ben, heb ik gemerkt dat het allemaal niet vanzelf komt.
Ik geloof dat expliciete kennis die voortvloeit uit data pas echt waardevol wordt als je die kunt combineren met ‘onbewuste kennis’, zoals wetenschapper en filosoof Michael Polanyi het noemde. Het gaat daarbij om persoonspecifieke kennis, die niet of nauwelijks overdraagbaar is en tot stand komt door samensmelting van vaardigheden, ideeën en ervaringen. Het spreken van talen, muziekinstrumenten bespelen en intuïtie komen bijvoorbeeld voort uit deze ‘onbewuste kennis’. Wanneer je ervoor kunt zorgen dat deze twee kennisvormen samenkomen en samenwerken, krijg je echte data-driven organisaties.
Dat is ook de reden dat in BI de business altijd leidend moet zijn, technologie ondersteunt. Zij bezitten namelijk de ‘onbewuste kennis’ om BI-implementaties tot een succes te maken.